‘Investeren in natuurgebied doe je uit passie, niet als belegging’

leesduur
12 min.
gerelateerde tags
Natuur, Landbouw, Bos, Jacht
auteur
Kris Van Hamme

Gabriel de l'Escaille ©Diego Franssens

De natuurgebieden in Vlaanderen kunnen almaar meer rekenen op geld en tijd van ondernemers en vermogenden. Ze breiden biotopen uit en laten er natuurbeheerplannen op los. Niet voor het rendement, wel als morele plicht of als passie.

In zijn professioneel leven heerst het groen van het biljartlaken, in zijn vrije tijd het groen van de natuur. Alan Phillips, de gedelegeerd bestuurder van de Waalse wereldleider in biljartlakens Iwan Simonis, bezit ruim 200 hectare natuurgebied in de Kempen.

Via gerichte aankopen in natuurgebieden wist hij de omvang van het overgeërfde familiedomein in Meerhout te verdubbelen. ‘Intussen heb ik bijna alle habitats en biotopen van de Kempen: open water, moerassen, veengebieden, nat weiland, heidelandschap, bossen en zelfs duinen’, zegt Phillips.

Phillips belandde via zijn liefde voor de jacht bij het natuurbehoud. Die jacht komt intussen op de tweede plaats, zegt hij. Voor het financieel rendement doet hij het al zeker niet, want dat is volgens hem verwaarloosbaar in Vlaanderen. ‘Het echte rendement is het plezier dat ik beleef aan bosbeheer. Dat is onschatbaar. Het is een passie.’

Ook Gabriel de l’Escaille kwam via een familielandgoed in de ban van de natuur. ‘Mijn vader heeft altijd belang gehecht aan natuurbeheer op het familiedomein in het Limburgse Hamont, zodat ik ben opgegroeid met een groot respect voor de natuur. Intussen is dat een morele plicht geworden wegens de klimaatverandering en de gevolgen voor de natuur en de biodiversiteit’, zegt de 35-jarige De l’Escaille, die een directeursfunctie heeft bij de voedingsgigant Danone in Amsterdam. Via aankopen in 2017 en 2019 bezit hij 40 hectare natuurgebied in Limburg. Met enkele Belgische particulieren en een Spanjaard kocht hij enkele duizenden hectare bergweiden in Argentinië, tegen de Andes.

‘We merken een stijging van de particulieren die Vlaams natuurgebied bezitten’, zegt Jurgen Tack, de algemeen directeur van Landelijk Vlaanderen. Zijn organisatie groepeert private landeigenaars die samen 36.000 hectare bos- en natuurgebied bezitten. Daarnaast vertegenwoordigt hij nog eens ruim 40.000 hectare in handen van ‘bosgroepen’, kleine eigenaars - soms met maar een halve hectare - die zich groeperen en in een gemeenschappelijk natuurbeheerplan stappen om specifieke doelstellingen na te streven.

Het natuurbeheerplan, dat de Vlaamse overheid in 2017 invoerde, moet de natuurbescherming in Vlaanderen een boost geven. Niet alleen door de wirwar aan vroegere plannen te vervangen door één instrument, maar ook door particulieren uitzicht te geven op dezelfde subsidies die verenigingen als Natuurpunt krijgen. De Vlaamse overheid anticipeerde op een mogelijk juridisch imbroglio nadat in Nederland particuliere landeigenaars via een rechtszaak gelijke toegang tot subsidies hadden geëist om marktvervalsing te voorkomen.

58 procent

In Vlaanderen is 58 procent van het bosareaal in particuliere handen.

Het resultaat is dat particulieren via het indienen van een natuurbeheerplan voortaan op subsidies kunnen rekenen voor het realiseren van ‘natuurstreefbeelden’, zoals bepaalde vegetaties of leefgebieden van diersoorten. Wie een eiken-beukenbos op zure bodem aanplant, kan rekenen op een subsidie van 63 euro per hectare per jaar.

Succesverhaal

Voor subsidies is minstens een natuurbeheerplan van type 2 noodzakelijk, wat de doelstelling inhoudt om op een kwart van de oppervlakte natuurstreefbeelden te realiseren. Voor type 3 en 4 zijn de doelstellingen veel ambitieuzer, maar daar staan ook extra fiscale prikkels tegenover, zoals de vrijstelling van erf- en schenkbelasting en van onroerende voorheffing.

‘Het natuurbeheerplan is een succesverhaal, met ruim 100 ingediende plannen waarvan 70 procent afkomstig is van private eigenaars’, zegt Jan Menschaert, die de beheerplannen overziet bij het Agentschap voor Natuur en Bos, een onderdeel van de Vlaamse overheid. Type 2 en 4 blijken de populairste plannen te zijn, waarbij type 4 - dat het statuut van reservaat ambieert - vooral een zaak is van overheden en verenigingen. Dat schenkingen bij leven gestimuleerd worden, is volgens Menschaert een goede zaak, omdat de knowhow doorgegeven kan worden aan de volgende generatie en het natuurgebied voor de lange termijn veiliggesteld wordt.

Particulieren hebben een grote rol te spelen omdat ze 58 procent van het bosareaal in Vlaanderen bezitten. Daar zitten vele kleine eigenaars tussen die via erfenissen een stukje bos in handen kregen. Via de creatie van bosgroepen kunnen ook zij natuurbeheerplannen opstellen en subsidies verwerven.

Volgens Tack moeten de subsidies natuureigenaars in staat stellen hun onderhoudskosten te dekken. Met de eigen inkomsten uit het bosbeheer springen ze niet ver. Toch schuift het natuurbeheerplan expliciet ‘winst’ naar voren als een van de pijlers.

Houtkap

Voor Phillips is dat economische aspect belangrijk. ‘Bossen moeten op termijn inkomsten genereren via houtkap, wat niet in conflict hoeft te staan met ecologie. Als particulier moet je oog hebben voor zulke inkomsten, al zet de gedaalde houtprijs druk op de rendabiliteit. Je hebt ook subsidies nodig. Maar ik geloof dat ngo’s zoals Natuurpunt over dat economische luik moeten nadenken, want op termijn zullen die subsidies er misschien niet meer zijn.’ Andere inkomstenbronnen zijn dierenvoeding via graslanden of de verhuur van een gerestaureerde boerderij, al zit dat laatste volgens Phillips op de wip als gevolg van nieuwe wetgeving.

Jeroen Nachtergaele, hoofd vergunningen en subsidies bij het Agentschap voor Natuur en Bos, erkent dat winst vooral een aandachtspunt voor ‘klassieke natuurbeheerders’ moet zijn. ‘Ze hebben dat commerciële minder in zich dan zakenmensen die zich over de natuurgebieden ontfermen. Het gaat om zaken als waardevol hout niet zomaar voor de kachel te bestemmen, maar het apart te verkopen. Of enkele jaren te wachten met de verkoop van hout als een storm veel bomen geveld heeft en er een overschot is’, zegt Nachtergaele.

Foto: Alan Phillips ©Diego Franssens

Net als Phillips signaleert De l’Escaille dat bosbouw - aangevuld met wat landbouw- en pachtinkomsten - weinig opbrengt. ‘Het rendement bedraagt hooguit 1 procent van wat ik betaald heb, en dan tel ik de onkosten voor het maaien of het aanplanten van hagen niet mee. Het rendement van dat laatste bestaat uit een grotere biodiversiteit.’ Waarna De l’Escaille zich verheugt over het feit dat de roerdomp en de visarend zich opnieuw laten zien in zijn natuurgebied.

Hij gelooft meer financiële impact te hebben door een carrière in de bedrijfswereld te combineren met natuurbescherming in zijn vrije tijd, met zijn eigen mecenaat en subsidies als vuurkracht. De natuur laat op haar beurt toe ‘afstand te nemen van de intensiteit van het zakenleven’, zegt De l’Escaille.

Landbouwgrond

‘Wie in Vlaanderen natuur koopt als een financiële belegging, doet een slechte zaak’, zegt ook Tack. ‘De grondprijzen stijgen wel, maar dat staat niet in verhouding tot de tijd en de middelen die je erin stopt. Alleen landbouwgrond geldt nog als een speculatieve belegging, maar die prijzen liggen ook veel hoger: 40.000 tot 160.000 euro voor een hectare, tegenover 12.000 tot 20.000 voor een hectare natuur in Vlaanderen en 15.000 tot 35.000 euro voor een hectare bos.’

‘In Oost-Europa, Spanje of Latijns-Amerika liggen de zaken anders’, vervolgt Tack. ‘Daar kan je nog grote gebieden van duizenden hectare kopen en ze als een investering zien waarop winst mogelijk is. Ook Belgen doen daaraan mee. Hun drijfveer kan speculatief zijn, in combinatie met een oprechte bekommernis om de natuur. Zeker in Afrika, waar overheden niet altijd succesvol zijn in natuurbehoud. Voor sommigen is ook de jacht een drijfveer nu dat in Vlaanderen steeds moeilijker wordt.’

63 EURO

Wie een eiken-beukenbos op zure bodem aanplant, kan rekenen op een subsidie van 63 euro per hectare per jaar.

Ook De l’Escaille verwierf natuurgebied in het buitenland, in de schaduw van het Andesgebergte in Argentinië. ‘Voor hetzelfde geld kan je daar 50 tot 60 keer meer kopen dan in Vlaanderen. Je loopt er weliswaar een groter politiek en juridisch risico, maar je hebt ook meer mogelijkheden om toerisme te ontwikkelen. Bovendien blijven de prijzen er stijgen: onze investering is al maal drie tot maal vijf gegaan sinds ik met enkele anderen het gebied een tiental jaar geleden kocht. Investeerders zoeken naar zulke grote gebieden, die haast trofeeën zijn geworden. Ik zie het als een diversificatie voor mijn Vlaamse natuurgebied, waarvoor het risico heel laag is, maar het rendement minimaal.’

Sociale zekerheid

Eén soort rendement dreigt over het hoofd gezien te worden omdat het erg moeilijk te kwantificeren is, terwijl het heel belangrijk kan zijn. ‘Het gaat om de ecosysteemdiensten die de natuur aan de maatschappij levert: zuivere lucht, proper water, sportmogelijkheden’, zegt Tack. Hij verwijst naar studies die de positieve impact van bossen op onze gezondheid in de verf zetten. ‘Als we regelmatiger in een bos zouden wandelen, zou dat een enorm rendement voor de sociale zekerheid opleveren’, zegt Tack.

De Zwitserse ondernemer Hansjörg Wyss, die 1 miljard dollar schonk aan zijn Wyss Campaign for Nature om 30 procent van de planeet tegen 2030 te beschermen, liet een grootschalige studie uitvoeren naar de return van natuurbescherming. Die concludeerde dat jaarlijks gemiddeld 350 miljard dollar aan ecosysteemdiensten gegenereerd worden als de doelstelling tegen 2030 gehaald wordt, met nog eens 250 miljard dollar per jaar aan extra economische groei. Vandaag geniet 15 procent van het land en 7 procent van de oceanen een vorm van bescherming, zodat een stevige inhaalbeweging nodig is.

Tack pleit voor een tegemoetkoming voor de enorme waarde die natuurbeschermers creëren. ‘De eigenaars van natuurgebied dragen de kosten, terwijl het rendement de hele maatschappij ten goede komt. Als een stukje van die ecosysteemdiensten vergoed zou worden - bijvoorbeeld via certificaten voor koolstofopslag door loofbossen - zouden particulieren meer geprikkeld worden om te investeren.’

De coronapandemie heeft het belang van de natuur nog eens benadrukt. Terwijl de studie van de Wyss Campaign wijst op de rol van natuurgebied in het voorkomen van nieuwe virussen die het gevolg zijn van mensen die het leefgebied van dieren binnendringen (het coronavirus sprong over van dier naar mens), haalt zowel Tack als Nachtergaele onze nood aan natuurwandelingen aan in tijden van lockdowns. ‘De lockdown leert dat de nood aan toegankelijk groen groot is’, zegt Nachtergaele.

Meteen een heikel punt, want hoe toegankelijk is het natuurgebied dat particulieren kopen om het te beschermen? Niet toevallig is toegankelijkheid een andere pijler in het natuurbeheerplan, naast winst en het ecologische luik. ‘De toegankelijkheid varieert van eigenaar tot eigenaar: sommigen stellen hun gebied vrijwillig open voor publiek, anderen doen dat liever niet’, zegt Tack.

Foto: ©Diego Franssens

Bivakzone

De basisregel in een natuurbeheerplan is ‘principiële toegankelijkheid’. Dat betekent dat alle wegen in een natuurgebied open zijn voor wandelaars, tenzij de eigenaar daarin anders voorziet. ‘Sommigen staan er afwijzend tegenover, anderen voorzien dan weer een in bivakzone op hun gebied’, stelt Nachtergaele.

Sowieso moet er een minimale toegankelijkheid zijn als eigenaars een beroep doen op publieke subsidies. ‘Je kan geen subsidies verwachten en dan je domein hermetisch afsluiten, al is privacy rond de eigen woning normaal. Het minimum is eenmaal per jaar een geleide wandeling organiseren voor het publiek’, zegt Nachtergaele.

Een en ander hangt ook af van de natuurdoelen die een eigenaar nastreeft. ‘Ik mik op een rustgebied’, legt De l’Escaille uit. ‘Ik wil het habitat herstellen voor de roerdomp, de visarend of de kiekendief. Die hebben nood aan rust. Als je hun habitat openstelt voor het publiek, botst dat met de natuur.’ Phillips voorziet in wandelwegen en stelt sommige wegen ook open voor ruiters en fietsers. ‘Het is goed dat mensen buitenkomen, al hebben we wel problemen met sluikstorten en loslopende honden. We kunnen ook niet alles openstellen, want dat zou soms de natuur schaden.’

Al bij al is Phillips tevreden met de nieuwe natuurbeheerplannen die drie jaar geleden werden ingevoerd. ‘Er zijn goede stappen gezet, vooral dat particulieren nu dezelfde subsidies genieten als ngo’s. Alleen gaat het Agentschap voor Natuur en Bos soms wat ver in het opleggen van zijn visie. Ik vind het ook absurd dat (onbeperkte) jacht niet is toegelaten in een gebied van type 4. Anders zouden meer van die gebieden ontstaan.’ Phillips blijft speuren naar verdere uitbreiding, als ‘puzzelstukken’ die nog ontbreken in zijn aaneengesloten gebied.

Natuurpunt

Er is nog een ander route die particulieren met diepe zakken volgen om aan natuurbescherming in Vlaanderen te doen: Natuurpunt. ‘De voorbije jaren krijgen we meer vragen van ondernemers en vermogende personen die willen bijdragen aan het natuurbehoud en daarvoor met ons willen samenwerken’, zegt Luk Daniëls, hoofd marketing bij Natuurpunt. ‘Alleen willen sommigen niet zomaar geld doneren, maar zelf eigenaar blijven van de gronden.’

‘Dat is geen evidente vraag, maar we denken volop na over oplossingen met langetermijngaranties voor de natuur’, vervolgt Daniëls. ‘Misschien is mede-eigenaarschap een optie. Het is wel altijd de bedoeling dat Natuurpunt via een langetermijncontract het beheer voor zijn rekening neemt terwijl de gronden in handen van de familie kunnen blijven, liefst voor meerdere generaties. We zijn bezig met zulke dossiers, maar er zijn er nog geen afgerond.’

Het geeft Natuurpunt de tijd om zijn vele vrijwilligers warm te maken voor deze nieuwe realiteit. ‘Het vraagt van onze kant een inspanning de geesten van vrijwilligers te laten rijpen voor het idee dat ze een domein beheren dat geen eigendom is van Natuurpunt, maar van een filantroop.’ De roerdomp kan maar beter hopen dat het lukt.

 

BRON:

Van Hamme, K. (2020, 4 december) 'Investeren in natuur doe je uit passie, niet als belegging' Geraadleegd op 10-12-2020, van https://www.tijd.be/dossiers/wealth/investeren-in-natuur-doe-je-uit-passie-niet-als-belegging/10268898?